Tja, een leugentje om bestwil op zijn tijd kan geen kwaad.
Maar wie vraagt daar nu om en wanneer is er nu sprake
van bestwil, dat zouden wij nu wel eens willen weten. Wij gingen op zoek.
De leugen cadeau lijkt meer schering dan inslag.
Daarom beste lezers van Mooie Woorden, dit keer
in uitgave 4 het thema
de leugen cadeau.
Gratis en voor niets dus zoals u van ons gewend
bent.
Mocht er nog iemand een leugentje om bestwil over
hebben,
laat het ons weten, we zijn razend nieuwsgierig
of de leugens om bestwil ook door de waarheid achterhaald worden.
Inhoud:
-
De hovenier
-
Tussen lullen en klepzeiken
-
Normaal
-
Gedichten Maaike van Langen
-
De leugen cadeau
-
Gedichten van Mark van den Boomen
-
Nederlandse twin towers
-
Gedichten van: Bianca, Aad Reudool, Laila, anonymuse
-
Gerrit
-
Gedichten van Mathieu Peeters
-
Meer Blauw op straat
Inzendingen in deze Mooie Woorden door:
Maria Berkers, Bianca, Laila, Aad Reudool, Godfried
Keulen, Marc van den Boomen.
1.
Auteur: Maria Berkers
De hovenier
Driftig stoot Mies met zijn botte schoffel tegen
de taaie wortels van het onkruid. Het is koud en het schoffelen houdt hem nog enigszins op temperatuur. De tuin van het bejaardenhuis
is groot en strak aangelegd. Mies houdt daar niet van; hij voelt zich meer op zijn gemak als hij met zijn hond door het bos
kan struinen. Shit, dat was geen onkruid. Wie zet er nu zo'n miezerig plantje in zo'n grote tuin.
De bejaarden kunnen het van binnenuit niet eens
zien. Het begint te motregenen. Een werkkeet is er niet en Mies kijkt verlangend door het raam van het bejaardenhuis. Binnen
zit een hele club oudjes rondom enkele tafels. Ze kaarten, breien en drinken koffie. Mies kan in gedachte de verse koffie
ruiken. Zouden ze hem binnen vragen voor een bakje? Op zijn zware veiligheidsschoenen sjokt hij met zijn schoffel naar de
kruiwagen die op de stoep voor de voordeur staat. Hij trekt zijn zwartbruin geruite das over zijn koude, rode oren en schuilt
onder het afdakje boven de voordeur. De tuin ligt er weinig hoopvol bij; alle struiken moeten nog worden gesnoeid en hij is
nog lang niet klaar met schoffelen. Nog een geluk dat het gras niet hard groeit in deze tijd. Maaien kan nog wel een paar
weken wachten.
Het houdt op met regenen. Traag pakt hij de schoffel
die hij tegen de muur had gezet en met grote, slepende passen loopt hij richting onkruid. Dan wordt er tegen het raam getikt.
Een vrolijk lachende oma met witte krulletjes en heel veel rimpels houdt met haar ene hand een kopje omhoog en wenkt hem met
haar andere hand. Zijn hart maakt een sprongetje. Op een drafje loopt hij terug naar de voordeur, zet zijn zware schoenen
in een hoekje op de deurmat en loopt op zijn sokken de gang in, in de richting van waar hij de vrouw met de koffie vermoedt.
Er is nog plaats genoeg in de recreatiezaal. De
oude vrouw zet een kopje dampende koffie voor zijn neus. "Fijn hè", zegt ze, "zo'n baantje in de open lucht. Behalve als het
regent, natuurlijk". Mies knippert met zijn ogen en roert fanatiek door zijn koffie. "Koekje?", vraagt zijn gastvrouw. Met
zijn brede handen peutert Mies het papiertje van het wafeltje. Hij kijkt eens rond en probeert de leeftijd van de jongsten
te schatten. "Ergens achter in de zestig", denkt hij. "Nog maar acht jaar"!
2.
Reactie op mooie
woorden 3 en de oproep om te schrijven met als thema
de leugen cadeau
Auteur: Godfried Keulen(amateur filosoof)
Tussen lullen en klepzeiken
Een welbespraakt mens telt voor twee. De mens heeft
als een van de weinige wezens het onvolprezen vermogen om zijn spraak en taal te gebruiken om de meest onzinnige dingen te
verkondigen. Het strottenhoofd is in staat om de meest mooie klanken voort te brengen, die het oor zouden kunnen strelen en
onze hoofden vrij kunnen maken van de nevelsluiers die in vele van onze hersenen lijken te waren.
Zeg nou eens eerlijk, hoe vaak komt u iemand tegen,
die werkelijk iets zinnigs zegt en daarmee tegelijkertijd zorgvuldig de woorden kiest waarmee de klanken van het gezegde het
hart aanspreken. Als u dat laatste begrijpt dan kunt u waarschijnlijk zelf goed lullen of u bezit een mooie woordenschat waar
mijn eigen spraakcentrum jammerlijk jaloers om zou zijn. Het is toch moeilijk voor te stellen dat diezelfde gave om met mooie
woorden zinnige dingen te zeggen zelden gebruikt wordt. Het handjevol intellectuele en goed getalenteerde dichters, die hun
mooie woorden inzetten om zich te onderscheiden van de grijze burgerlijke massa, gebruiken ingewikkelde taal om te verhullen
dat de boodschap, die zij met zorgvuldige woorden kiezen, ook niet meer om het lijf heeft dan het verkooppraatje, dat de gemiddelde
marktkoopman gebruikt om peren voor appels te verkopen.
Een onmiskenbaar gevoel van heimwee maakt
zich van mij meester als weer voor de tiende keer op een dag mij de vraag wordt gesteld hoe gaat het er mee?, alles goed?,
waarna de meesten zich haasten om bij mij uit de buurt te komen; ik zou de vraag eens serieus nemen! Terwijl het antwoord
al in de vraag schuilt. Mijmerend denk ik terug aan mijn jeugd, niemand vroeg hoe het met me ging, ik was te introvert om
interessant te kunnen zijn. Mijn gestotter droeg natuurlijk ook niet bij aan onbevangen communicatie. Over het algemeen wordt
bij lieden met communicatieve gebreken of uitgesproken meningen al snel de stempel dom, excentriek of te kritisch op het voorhoofd
gestampt.
Angst! Dat zal het zijn, de angst om werkelijk iets
te zeggen dat mogelijk iets los zou kunnen maken bij een ander, dat zal de meesten van ons weerhouden om echte woorden te
spreken.
Het is makkelijker om te verzanden in vooraf door
iedereen aanvaarde openingszinnen en standaard vragen. De antwoorden doen er niet echt toe, het gaat om het gevoel van veilig
contact leggen zonder jezelf in de waagschaal hoeven te leggen. De leugen cadeau! Dat is wat ik zeg.
Het
verschil tussen lullen en klepzeiken is flinterdun.
3.
Auteur: Reudol
NORMAAL?
Ik hoorde laatst een man van dik in de veertig,
trainingspak, asociale roestbruine Opel kadet zo geparkeerd dat deze drie parkeerplaatsen gebruikte, tegen een moeder met
een spelend kind roepen dat ze eens normaal moest doen. Wat was er gebeurd? Het kind liep met een bal te spelen en die bal
was tegen de Kadet van deze beste meneer gekomen.
Geschrokken vroeg ik mij direct in mijzelf af, de
man had tenslotte een paar zichtbare plakplaatjes en dat schrikt ook mij af, of deze man bepaalt wat normaal is en vooral
wie hem daartoe bevoegd heefthet zette mij erg aan het denken.
Mensen die door de gemiddelde mens worden aangeduid
als zijnde niet helemaal normaal (of nog erger niet helemaal goed), zijn misschien wel de meest normale mensen van ons allemaal,
zij stelen niet (bewust), ze beginnen geen oorlog, en ze doen hun werk met enorm veel enthousiasmeiets wat velen van ons niet
kunnen zeggen, want zeg nou eerlijk, wie gaat er elke dag weer met een glimlach van oor tot oor naar zijn werk. In tegenstelling
tot deze niet normale mensen staan wij als normaal te boek, wij gaan met zn allen in de file staan en wachten niet tot we
worden opgehaald door een busje met mensen van ons eigen niveau (als dat zou gebeuren zouden namelijk de normale en de niet
normale mensen in dezelfde busjes terecht komen en dat vinden de normale mensen niet normaal..) Wij normale mensen staan ruzie
te maken in de supermarkt als er iemand is voorgedrongen en wij dus 2 minuten langer doen over de boodschappen.
Goed, wie bepaalt nu wat normaal is of als niemand
dat bepaalt, mag iedereen voor zich dan die grens trekken? Is de opmerking van de man met de Kadet normaal, is de schrik van
de vrouw die de opmerking naar haar hoofd krijgt normaal, is de angst van het kindje om haar bal vanwege dit verschrikkelijke
voorval kwijt te raken normaal, en is mijn angst voor mannen met plakplaatjes normaal? Ik weet het niet, kunnen we de schuld
altijd geven aan iemand die een andere norm heeft dan wijzelf, of hebben juist wij de afwijkende mening en zou die niet bepalend
moeten zijn? Alleen wijzelf kunnen dat bepalen, maar als iedereen zijn eigen norm heeft zijn wij allemaal normaal, tenzij
je echt niet goed bent
Mijn conclusie: het individu bepaalt! Is iedereen
het daarmee eens.???
4. Gedichten:
Auteur: Maaike van Langen.
Mn
liefje mn duifje.
Mn liefje mn duifje
Vlieg terug naar ons nest
Ik weet het, het spijt me
Ik heb het verpest
Laat me weer verhaaltjes
Voor het slapen gaan verzinnen
En mag ik dan de sleutel terug
Om opnieuw te beginnen
Mn liefje mn duifje
Geef me nog een kans
Ik ben weer terug bij zinnen
Heus het stelde niets voor met Frans
Abel
Toe maar
Doe maar
Haal de clichés maar uit de kast
Ik hou van jou
De zee is blauw en houd me nog even vast
Mijn
jas
Het hangt er een beetje lullig bij
Soms tegen de rechter, dan weer tegen de linkerdij
Ik kan het je nog sterker vertellen
Het kan niet eens vervellen
Heeft het ding eigenlijk nut?
Nee, dat hadden de joden al lang ontdekt.
Vooruit, weg met de voorhuid
Maar, je kunt er best een jas van maken
Met een paar mooie handschoenen erbij
Mijn jas wordt dan een baken
Voor een nieuwe maatschappij
Waarin eenieder met zon jas gaat lopen
Vooruit, hier met die voorhuid
Ik zal een scherp mes kopen
En wat opgewonden hijgen
Om mannen in mijn bed te krijgen
Hopelijk houden ze zich groot
Bloeden ze niet dood
Soms heb ik pech
Is de kerel jood
En is de huid al weg
Na decennia van sparen
En zakjes met plakjes
In mijn diepvries te bewaren
Kan ik ze eindelijk ontdooien
Een voor een gaan looien
Als ik dan over straat paradeer
Met mijn jas van voorhuidleer
En achter me een nette heer
Zal ik schateren dat ik zeggen kan
Je loopt je lul achterna man
(Uit griffioenspelen 2000)
Hoe of wat het is toch een pot nat
Met jou kun je heel leuke dingen doen
Ik steek je neer
Geef je een zoen
Ik schiet je lek
Ik breek je nek
Met pijl en boog doorboor ik je oog
Ik braak je rad
Ik haal je kiel
Voer je mijn kat
Ontlijf je ziel
De waag is te traag
En de schandpaal
Is het ook niet helemaal
Ik stenig je
Kijk hoe lenig je bent als de paarden je vieren-
delen kijken of je dan nog zal klieren
Denk niet dat ik het allemaal meen
Ik ben heus niet zo gemeen
Ik mag dat stuk verdriet
Alleen niet
Zo
Blijf jij maar lekker buiten staan
Ik kan de hele wereld aan
Voordat je je vergist
Ik heb je.nauwelijks gemist.
Je hebt me niet of nooit geslagen
Maar ik kan je niet verdragen
En hoeveel bloemen je ook brengt
Leg die maar op mijn kist
Ik heb je . nauwelijks gemist
Ik mag misschien kwetsbaar lijken
Maar ik loop tenminste niet te zeiken
Over hoe mooi het was
En dat we het nog kunnen proberen
Het zal me worst wezen het kan me niet deren
Voordat je je vergist
Ik heb je nauwelijks gemist
Je gejammer kan me ook niets schelen
Ik wil mijn dekbed niet met je delen
Want weet je voordat je je vergist
Ik heb je misschien een beetje
Maar vooral niet, nooit of nauwelijks gemist
5. Verhaal:
Auteur: Mathieu Peeters
De leugen cadeau.
Ongelooflijke verhalen, daar was hij goed in mijn
vriend Pieterjan Bolsward.
Hij had een ongelooflijk saai leven maar vertelde
over de meest onwaarschijnlijke avonturen die hij in het recente verleden zou hebben meegemaakt. Denk nou niet dat het daarbij
bleef. Pieterjan was ook een dwangmatige verzamelaar, van melkkannetje tot treinkaartje. Alles om zijn ongelooflijke verhalen
kracht bij te zetten. Voor de buitenwereld was Pieterjan de saaiheid zelve, het gebeurde regelmatig dat zijn vastgeroeste
geraniums, die op de vensterbank hun straf uitzaten wegens hun saai ogend uiterlijk, hun bloemen en blaadjes lieten hangen.
Niet dat ze behoefte hadden aan water, Pieterjan zat zo lang tegen ze aan te lullen, dat deze planten het van pure frustratie
opgaven en hun hele hebben en houden lieten hangen.
Dat was namelijk het probleem, niemand maar dan
ook niemand nam hem serieus. Nou overkomt mannen dat wel vaker maar over het algemeen hoeven ze daar niets voor te doen. Maar
in het geval van Pieterjan was dat andere koek. Hij deed zoveel moeite om zijn
verhalen met bewijsmateriaal te staven, dat het wantrouwen bij de toehoorders groot was. Regelmatig gaf Pieterjan feestjes,
waar hij dan op ongepaste wijze zijn vertelsels ventileerde. Door de jaren heen was Pieterjan een ander mens geworden. Hij
verzweeg vaker de waarheid en beschreef zijn avonturen, die hij eigenlijk alleen in zijn hoofd beleefde, in een groot rood
boek, dat trouw zijn bloemetjesmotiefstoel chaperonneerde. De bewijsstukken, die onlosmakelijk waren verbonden met zijn verhalen,
belandden telkens in een robuuste kast met mooie houtsnijwerkafbeeldingen, die taferelen uit een andere tijd dan de huidige
weergaven, waarbij het hoeden van ganzen nog een gewone dagelijkse bezigheid leek te zijn. Ik heb vaak met verbazing naar
deze kast met houtsnijwerk gekeken als ik bij mijn vriend Pieterjan was ontboden. Niet dat ik moeite had met het houtsnijwerktafereeltje,
maar wel met de meest bizarre voorwerpen, die in de vitrinekast uitgestald lagen. Zeg nou zelf, als je weet dat Pieterjan
zijn verhalen staafde met bewijsmateriaal dat hij in deze kast bewaarde, dan wil je echt het verhaal niet horen dat bij het
verweerde en met veiligheidsspelden doorboorde pakje condooms hoorde. Of wat te denken van de kleverige kauwgom, die nog net
met een aantal kleverige draden aan een mooie rode met gouden randen versierde damesportemonnee kleefde.
In de meeste gevallen hoefde je nog eens niet te
vragen of hij zijn verhalen vertelde.
Het begon als je bij hem aanbelde. De zware, met
aluminiumstrippen beslagen eikenhouten deur deed ietwat onvriendelijk aan. Op de klep van de brievenbus kleefde zoals op zoveel
deuren in Nederland de sticker
NEE geen ongeadresseerde reclame drukwerk en JA:
wel huis aan huis bladen maar wie goed keek las iets anders in de twee regels. Pieterjan had de tekst aangepast en er
NEE: niet geïnteresseerd in mijn verhalen, JA: sodemieter
dan maar weer op van gemaakt. Op de door mossen aangetaste bakstenen muur die de deurpost flankeerde prijkte een naambordje
met daarop de tekst: Pieterjan Bolsward verhalenverteller. Vertellingen na telefonische afspraak.
Maar niemand haalde het in zijn hoofd om een afspraak
met hem te maken. Behalve Greta, die schuin tegenover Pieterjan woonde. Greta en Pieterjan hadden een band. Op een of andere
manier voelden ze zich tot elkaar aangetrokken, niets seksueels hoor, want de kans dat Pieterjan tijdens de liefdesdaad in
slaap viel was even groot als de kans dat na een groen stoplicht rood volgde. Nee, het gaat bij mij en Greta om meer dan dat
zei Pieterjan. Wij delen een bepaald gevoel van realiteit, een bepaald besef van een balans tussen hemel en aarde, niets en
alles, liefde en haat, zin en waanzin.
Tja, wie Greta kende wist, dat dat laatste waar
moest zijn. Hoewel Greta geen lelijke vrouw was keek ik vaak met afgrijzen naar haar. Er zat een steekje los bij haar. Om
maar niet te spreken van haar woede-uitbarstingen die ze te pas en te onpas uit haar diepste binnenste liet opkomen. Een kleine
gebeurtenis was voor Greta al genoeg om totaal te flippen. Maar Pieterjan voelde zich op zijn gemak bij haar. Eindelijk kreeg
hij de aandacht die hij verdiende, zo vond hij. Greta luisterde urenlang ademloos naar zijn verhalen en onderwierp het bewijsmateriaal
persoonlijk aan een grondige controle, stelde er kritische vragen over en prees vervolgens Pieterjan zijn realiteitszin.
Soms heel soms zocht ze toenadering tot Pieterjan.
Dan keek ze hem met haar grote ogen schaapachtig aan, frunnikte wat aan haar blouse en liet haar tepels uit het gelid springen.
Pieterjan keek dan schichtig naar de priemende aandachttrekkers om vervolgens net te doen of hij ze niet gezien had. Nee,
Pieterjan zou Greta nooit en te nimmer met een vinger aanraken. Hij raakte alleen een vrouw aan als daar een medische oorzaak
voor was. Bijvoorbeeld als het winkelmeisje haar vinger had geprikt bij het samenstellen van zijn vijf kleuren bosje rozen,
dat hij elke week op dinsdag 13.45 u precies kocht bij het bloemstalletje op de hoek Leliestraat- Rozenlaan, voor Greta!
Pieterjan hield van regelmaat, van dingen op dezelfde
tijd en plaats. Zijn leven bestond uit aaneenschakelingen van gewoontes en gebeurtenissen, die hij zorgvuldig plande. Ik organiseer
mijzelf zei hij dan als ik vroeg hoe hij het toch voor elkaar kreeg om exact om 3 minuten en 5 seconden over tien bij mij
op de stoep te staan.
Elke dag kwam hij op bezoek bij mij thuis, dronk
koffie, bewonderde mijn geraniums, keek televisie, las de krant, deed de afwas en kookte een middagmaal. Als ik hem dan vroeg;
Pieterjan waarom doe je dit toch allemaal voor mij, dan zei hij ik bewonder je geraniums, ze staan zo fier voor je raam, ik
word er helemaal vrolijk van. Kijk en dat is nou mooi, dat een dergelijke zielepiet als Pieterjan Bolsward vrolijk wordt van
mijn geraniums, dat geeft mij dan ook weer een goed gevoel. Terwijl ik eigenlijk wel zeker wist, dat hij het loog zoals
het hier gedrukt staat, maar goed ik wist waarom hij bij mij op bezoek kwam. Pieterjan was altijd op zoek naar voorwerpen
om verhalen bij te verzinnen. Steevast moest ik weer naar de winkel om iets nieuws te kopen ter vervanging van de door Pieterjan
ontvreemde spullen.
Het waren weliswaar geen grote dingen, maar toch
was het knap lastig als je op een morgen het plan had opgevat om het toilet door te trekken en iemand bleek de trekknop ontvreemd
te hebben. Maar daar bleef het niet bij, Pieterjan nam ook monsters van de wc-rand. Bijzonder was hij gesteld op de vochtparels
die wel eens op de rand achterbleven.
Vaak heb ik Pieterjan gewaarschuwd, dat deze parels
hoogstwaarschijnlijk afkomstig waren van mannen, die geprobeerd hadden om tijdens een staande plas niet te knoeien. Maar ja,
Pieterjan ergens vanaf brengen had geen enkele zin, net zomin als dat je een man zittend plassen kunt leren. Het valt ook
niet mee met al dat bewijsmateriaal voor je gulp, als je moet kiezen tussen fier te pronken met je lid en ondertussen gelaten
de stroom klatergoud gade te slaan, of met je warme billen op de koude bril neer te dalen. Elke week strompelde hij de deur
uit met zijn armen vol nutteloze voorwerpen en monsterpotjes met substanties in allerlei tropische kleuren. Het gekke was,
dat ik er niets van kon zeggen. Ondanks het feit dat ik wist wat er ging gebeuren verraste het mij elke keer weer. Het meest
geschokt was ik telkens weer van de absurditeit van zijn keuzes. Vooral zijn monsterpotjes deden mij afgrijzen, vaker dan
mij lief was zag ik kleuren, vormen en bewegingen waarvan ik het bestaan niet kende.
Nog erger werd het als Pieterjan zijn buit ging
indexeren. Hij zat dan uren aan mijn keukentafel met pen en blocnote in de aanslag, rook aan elk potje, schudde de inhoud
door elkaar en noteerde vervolgens de dingen die gebeurden.
Daarna mijmerde hij bij elk potje en voorwerp een
vooraf ingestelde tijd op zijn stopwatch, waarbij hij zijn fantasie over het testvoorwerp ten volle liet gaan.
Als er een keurmerk zou bestaan voor walgelijke
momenten dan zou ik er graag een toekennen aan deze. Het duurde weer dagen voor ik een hap door mijn keel kon krijgen na dit
tafereel in mijn keuken. Vaak assisteerde Greta Pieterjan gretig. Eigenlijk waren die twee voor elkaar geschapen, want Greta
raakte zo opgewonden van Pieterjans rariteitenkabinet dat ik soms het idee had dat ze hem op mijn keukentafel wou bespringen
en te midden van .. met Pieterjan wou samensmelten tot één in gemeenschap verkeren zogezegd. Maar omdat ze wist dat Pieterjan
haar dan bitsig terecht zou wijzen, hield ze zich in. Een daad die mij nog meer verontrustte, want bij gebrek aan beter keek
ze dan steevast mijn kant op om nog iets van haar driften te kunnen botvieren. Voor mij was het dan de hoogste tijd om het
gebouw te verlaten. Meestal lukte dat maar soms ook niet! Dan moest ik noodgedwongen toegeven aan de grillen van Greta. Onweerstaanbaar
was de geur van haar lichaam als ze in extase met haar ogen rolde en mij luidruchtig overmeesterde. Ik, die normaal de liefde
als iets moois en puurs zag, de lust als een zeldzaamheid beschouwde. Die soms, heel soms de overhand kreeg bij het aansnijden
van de kerstkalkoen als deze zoals elk jaar weer lang op zich liet wachten, omdat Pieterjan het arme beest eerst uitgebreid
moest fotograferen voor zijn verzameling.
Terwijl Gretas lichaam het mijne omsloot, voelde
ik mij eenzamer dan ooit.
Hoewel Greta dit moment naar alle waarschijnlijkheid
als een hoogtepunt zou aanmerken, was ik mij er sterker dat ooit van bewust dat deze twee mensen niet van deze wereld waren.
En als er al een duivelse toverkunst zou bestaan, zij die vakkundig bedreven. Als Greta zich had toegeëigend wat haar toekwam,
bedolf ze mij met lieve woordjes, streelde ze mijn lichaam en prees mijn tederheid. Nog nooit had ze zoveel liefde gevoeld,
een ongeëvenaarde passie ervaren. Ik zou mij natuurlijk de koning te rijk moeten voelen, maar bij deze mensen waren woorden
slechts attributen in een verzameling. Woorden, die ze gebruikten om hun daden geloofwaardig te maken. Terwijl ik het gevoel
in mijn lichaam weer terug kreeg en ik met succes het lichaam van Greta van mij af kon schuiven, schreef Pieterjan driftig
in zijn blocnote. Op het volgende feestje zou hij in geuren en kleuren over deze gebeurtenis vertellen, enkele attributen
laten zien die het verhaal aannemelijk zouden maken. En Greta zou haar lichaam als ultiem bewijsmateriaal opvoeren. Op dat
moment zou ik een daad stellen en mijn vriendschap met dit tweetal verbreken en mijn eigen weg gaan, want
op
zoek naar de waarheid krijg je de leugen overal cadeau.
6. Gedichten:
Auteur: Marc van den Boomen
Slapeloze
blik
--------
Als blauw maanlicht over je gezicht streelt
En ik met open ogen naar jouw gesloten ogen zwijg
Vind
ik het niet erg dat ik niet kan slapen
Omdat ik van jou geen dekens krijg
-----------
Binnenwandeling
Aan het einde van het bospad,
schijnt een lichtje
door een raam
Met daarnaast een halfrond deurtje
en verguld daarop een naam
Ik zou daar ook best willen wonen
Zo temidden
van dit al
en toen keek ik naar het zonnetje
maar het zonnetje wist het al.
Ik ben naar voren toe gelopen
Wie hier woonde
was vast blij
Op het naambordje gekeken
en die naam was die van mij
Vond de sleutel in m'n broekzak
maar de
deur was niet op slot
Hier mag ik nu altijd wonen
van mezelf dat is mijn lot.
-------
Diep
licht
In de stilte van mijn kamer
Klinkt op de achtergrond een stil gebed
Leunend over m'n schouder
Wordt
pijn in een hoekje gezet
De andere hand tilt m'n hoof omhoog
En laat m'n gedachten dwalen
Ik voel de warmte
in m'n rug
zo kan ik nooit verdwalen
--------
Dip
Ik sta aan de afgrond van een machtige vallei
Hoewel
ik niet alleen ben, ben ik wel eerste in de rij
Wat is de bedoeling hier en maak ik nog wel kans?
Ik draai me om en
richt mn blik, ontspring mn eigen dans
--------
Donker in het licht
Ik
moet nu echt gaan slapen ,
want mn ogen worden zwaar,
En dat is vreemd, want niet de nacht,
maar t licht vormt het
gevaar.
Mn handen schermen donker
Maar mn ogen willen kijken
Niet naar de klok, niet naar de tijd
En
ik kan het niet ontwijken.
-----
Koning in m'n hoofd
In het land
van mijn gedachten
Ben ik koning zonder kroon
Ik voed mn onderdanen
met n mild gestemde toon
Soms keren ze
zich toch tegen me
En sla ik mezelf uit het veld
Want dat ik hier alleen woon
Heeft niemand ooit verteld.
Als ik je 's morgensvroeg zo zie staan
Ben
ik bang dat ik je vannacht te kort heb gedaan
Maar sommigen vinden je leuk
en veel vrouwen vinden je sexy
Maar je
blijft verdomd onhandig
ochtenderectie.
7. Column:
Auteur: Reudol
NEDERLANDSE
TWIN TOWERS
Het is mode om te herdenken, maar er zijn wat mij
betreft ook grenzen aan hoe je kunt herdenken. Ik ben van mening dat de herdenking geen grotere ramp mag zijn dan de ramp
die herdacht wordt.
Neem nou de herdenking voor de verschrikkelijke
gebeurtenissen van 11 september, een dag om nooit meer te vergeten. Ze gaan daar een herdenkingsconcert geven met een groot
aantal wereldberoemde criminelen en artiesten!!! Naast o.a. Witney H. (drugsgebruikster), Michael J. (kindermisbruiker) zal
ook onze eigen Vanessa alias Conny B. gaan optreden en dat feit op zich zou toch strafbaar moeten zijn. Maar ja, als we een
minister van Justitie krijgen van de Lijst Pim Fortuyn zal de komende regering daar waarschijnlijk geen wet voor uitbrengen,
totdat het geld voor het standbeeld voor Pim ingezameld is door onze Conny, en voor die tijd hebben we al weer verkiezingen
gehad. De enige reden dat haar ode aan Pim verkoopt moet toch zijn dat al haar kinderen een exemplaar bij papa hebben moeten
kopen in de inmiddels verre van for Free-Record Shop, en zij heeft nou eenmaal meer kinderen dan Gerard Joling die dus zelf
die tien duizend exemplaren van At your Service (aanstaand winnaar van de TMF Music Awards voor meest originele titel) heeft
moeten kopen om in de Mega top weet ik veel te komen.
Van de andere kant is dit wel het beste antwoord
op de nieuwe Amerikaanse wet die toestaat dat Amerika Nederland binnenvalt als we een Amerikaan voor een democratische internationale
strafhof willen brengen. De Amerikanen mogen wel duizenden Afghanen zonder enige vorm van protest vasthouden (lees mishandelen,
red.) op een stuk grond wat ze van Cuba hebben geleased voor een matsprijsje. Maar kom niet aan hun eigen mensen want die
kunnen nooit schuldig zijn aan verschrikkelijke misdaden... Zouden ze Conny B. ook niet daar vasthouden na haar optreden?
We kunnen natuurlijk hopen dat de Amerikanen een optreden? Wan onze eigen Twin Towers beschouwen als de ergste vorm van terrorisme
8.1 Gedichten:
Auteur: Bianca
Eenzaamheid
Net of je alleen op de wereld bent,
Ken je dat gevoel?
Of dat er niemand anders is die je kent,
Snap je wat ik bedoel?
Leven met jezelf terwijl je jezelf afvraagt waarom,
Teveel nadenken over dingen,
Mijn hoofd een levende tijdbom,
Wanneer begint het tot anderen door te dringen?
Denkend dat ik in een andere wereld leef,
Een wereld vol onbegrip,
Iemand zei me ooit dat ik overdreef,
En dat ik zat in een dip!
Maar ik weet beter,ik ben anders dan de rest,
Eigenlijk moet ik daar blij om zijn,
En toch werd ik er vroeger mee gepest,
En doet het me nu nog steeds pijn!
8.2 Gedichten:
Auteur: Anonymuse
Het
Licht
Elke dag zie ik schimmen
Overal, in de mist
De mist vertroebelt
verstrooit, vervormt
en verwart
Een licht verscheen
Schimmen vervaagden
Door de mist kwam een wezen
Als een god, als een mens
Een mens geraakt door god
Ik zie haar en ben gevangen
Nu zit ik vast
Tussen de vage schimmen
Kijkend naar haar
Verlangend
Verlangend naar vrijheid
Naar realiteit
Naar haar
Laat me eruit
Uit de twijfel
Laat me vrij
Terug naar de wereld vol schimmen
Of raak me met je licht
Dat de wereld zichtbaar wordt
Begrijpbaar
Mooi
Laat me eruit
8.3 Gedichten:
Auteur: Laila
Oma
Herinneringen. elke dag
Aan jouw mooie glimlach
Maar dat is verleden tijd
In dit leven zijn wij onze lieve oma
Voor altijd kwijt
Bijna elke nacht zie ik je weer
En weet..
Jij kijkt vanuit de hemel op ons neer
Ik wil jou laten weten
Dat ik jou nooit zal vergeten !
En ik hoop dat ik jou
Mijn lieve oma
In al mijn mooie dromen
Tegen zal blijven komen
8.4 Gedichten:
Auteur: Reudol
JIJ!
Ik wil dromen over jou
Ik wil met je vrijen op het strand
Ik wil met je dansen in de nacht
Ik wil met je praten over liefde
Ik wil met je zingen over ons
Ik wil voor altijd met je samen zijn
Eigenlijk wil ik weten wie je bent
9. Verhaal:
Auteur: Maria Berkers
Gerrit
"He, luister eens! Zullen we nog een keer zingen?"
Hij gaat tegenover me aan het tafeltje zitten, in
het drukke café. Ik ken Gerrit goed, maar hij is veranderd. Zijn kleren zijn smerig en doorweekt, zijn krullen lang en ongekamd.
In zijn linkeroor zitten twee kleine oorringetjes en hij heeft een zwarte deukhoed op met een brede, slappe rand. Vóór op
de hoed zit een speldje; een rood geëmailleerd sterretje. Hij heeft zich dagen niet geschoren. Maar het meest opvallend zijn
z'n lege, starende staalblauwe ogen.
"Ken je het nog?" vraagt hij weer en terwijl hij
met zijn trillende handen driftig de maat slaat, zingt hij hard en vals: " Ontwaakt, verworpenen der aarde ...".
Als ik niet meezing kijkt hij het volle café in
en roept: "Ik heb vroeger met haar in het actiekoortje gezeten. Ze heeft toen liedjes geschreven over politiek."
Ik staar naar mijn wijnglas en kijk op mijn horloge;
kwart over tien. "Mattie, schiet op, waar blijf je nou," denk ik vertwijfeld, terwijl ik fanatiek door het raam de donkere
straat in tuur. En weer zet Gerrit een liedje in, ditmaal over een vroegere wethouder van jeugdzaken. "Zingen," spoort hij
me aan, "je hebt het zelf geschreven."
"Ik ken de tekst niet meer", lieg ik. Ik begin me
steeds ongemakkelijker te voelen. Ik wist wel dat hij een paar keer in een psychiatrisch ziekenhuis was opgenomen, maar hier
was ik niet op voorbereid.
"Wil je wat drinken", vraag ik. "Nee", zegt hij.
"Alcohol krijg ik hier niet en iets anders lust ik niet".
Hij draait zich om naar het tafeltje achter zich.
Ik haal opgelucht adem. Maar die mensen doen alsof hij niet bestaat. Dan kijkt hij mij weer aan. Zijn gezicht is asgrauw en
zijn ogen zijn rood doorlopen.
"Je ziet er niet zo goed uit", probeer ik voorzichtig.
"Jij ook niet", grijnst hij. "Binnenkort ben ik
weer een knappe kerel, want ik ben gestopt met mijn medicijnen. Dat vinden ze in het ziekenhuis niet goed. Ze denken daar
dat ik gek ben. Maar ik ben niet gek. Dat komt door de rotzooi die ik moet slikken". "Ja, ja",zeg ik. "En waar woon je nu?"
"Ik woon nergens. Maar je zult het wel gehoord hebben;
de burgemeester gaat met pensioen". Ja, dat heb ik gehoord.
"En ik word de nieuwe burgemeester", zegt hij breed
lachend. Ik ben ervan overtuigd dat hij zichzelf gelooft. "Ik weet wel dat ze eigenlijk een vrouw willen, maar als ze mij
zien, word ik meteen aangenomen. Even naar de w.c."
Hij hijst zich van zijn stoel en loopt met stijve
knieën in de richting van de bar. Hij gaat niet naar de w.c. maar loopt naar een tafeltje waarop nog een aantal bierglazen
staan. Met trillende handen schudt hij de restjes uit de glazen bij elkaar en drinkt het verzamelde bier in één teug op.
Er gaat een ober naar hem toe en trekt hem aan zijn
mouw. Gedwee loopt Gerrit met hem mee naar de deur.
Als hij voorbij mijn tafeltje komt fluistert hij:
"Blijf hier zitten, ik ben zo terug. Dan zingen we nog een keer."
Als de ober de buitendeur dicht doet klinkt vanaf
het terras:
"Ontwaakt,
verworpenen der aarde.."
10. Gedichten:
Auteur: Mathieu Peeters
Diep
in zijn ogen
Diep
in zijn ogen lag de waarheid
Goed
verscholen achter de leugen
Zou
hij het nog weten, vergeten zijn
Weggestopt in zijn verleden
Bedolven
onder zijn eigen waarheid
wachtte
de leugen op de openbaring
Die
was nabij toen hij haar beloog
Met
liefste het was niets dan een flirt
Ik
hou alleen maar van jou
Zij
luisterde naar zijn betoog
Geloof
me het is zo
Verkoos
de leugen en zijn berouw
En kreeg daarmee de leugen cadeau
Eens
in de zomertijd
Eens in de zomertijd
Schitterde de zon op jouw glimmend voorhoofd.
De pareltjes zweet op je wangen als diamantjes op
een kroon.
Deden mij beseffen, jij, de koningin van de zomer.
De toorn des tijd doorstaan,
nog steeds op de troon.
Je zegt het maar
Je zegt het maar
Zeg me wanneer er niets te zeggen valt.
Zeg me wanneer woorden te kort schieten.
Laat me zien wanneer het gevoel regeert.
Laat me weten welke weg te gaan
om de waarheid te ontmoeten.
Zijn je leugens echt, je woorden oprecht.
Zijn je blikken geveinsd, je affectie berekend.
Geef je, om mij gunstig te stemmen.
Geef je de leugen cadeau
omdat je niet anders geven kan.
Zeg me wanneer je iets te zeggen hebt.
Zeg me wanneer je het zelf bent
Alleen dan zal ik luisteren.
Alleen dan wanneer er echt wat te zeggen valt.
Roes
Gelaten verteer ik de laatste minuut van een mijn
zeldzame heldere momenten.
De mijzelf opgelegde alertheid ten spijt.
Geef ik een plaatsje toe in de rij voor het loket.
Stilte is mijn broeder gedwee mijn verzet.
Zwijgzame bode van de tijd graag een kaartje voor
de reis.
Wijs mij het bijster spoor, de wissel van de tijd.
Gezeteld met mijn kaartje ter hand.
Wachtend op het punt van vertrek.
Val ik stilaan terug in de roes van mijn bestaan.
Makkelijke
keus
Beschouw jezelf als de makkelijke keus die het moeilijk
maakt te kiezen.
Zo vaak overdacht en afgewogen, de voor en tegens.
Die tevens niet van waarde bleken te zijn nadat
de keuze was gemaakt.
Opnieuw je plan trekkend kom je tot de conclusie,
dat voordat je de afweging maakte, je het eigenlijk
al wist.
Het beste komt het eerst in je op.
Je bent niet het leven dat je leidt maar de keuzes
die je maakt.
Je bent niet de leugen die je vertelt maar de waarheid
die je belijdt
11. Collumn:
Auteur: Deurol
MEER
BLAUW OP STRAAT
Wat ik laatst meemaakte, s maandags s morgens naar
je werk in de file, je probeert een leuke dame op te snorren die jouw flirt gedrag (voor zover mogelijk op maandag morgen
na een zwaar weekend met net dat ene biertje teveel op) wel wil beantwoorden met een glimlach. Iets waar je dan weer de hele
dag mee kan doen, als ze erg lief lacht, kun je er wel weer een week mee doen.
Opvallend genoeg merk ik dat er op het tijdstip
dat ik in de file achteraan aansluit er geen vrouwen zijn die naar me terug lachen, laat staan erg lief lachen Hoeven er geen
vrouwen te beginnen met hun werk om 8 uur of mogen alle vrouwen op een christelijk tijdstip beginnen, laten we zeggen na 10
uur???
Na alle autos zon beetje te hebben bekeken zie ik
op de vluchtstrook, naar het in eerste instantie lijkt, een politie vrouw staan, lekker bekkie, maar zo als het een ware politievrouw
betaamd een veel te dikke kont, leren ze die kweken op de politie school? Wat ze daar staat te doen is me nog niet helemaal
duidelijk, ze staat te zwaaien naar iedereen alsof het een tippelzone is die vluchtstrook. Vermoedelijk wil ze dat alle autootjes
netjes doorrijden, waarschijnlijk heeft ze niet in de gaten dat het maandag morgen is en iedereen zo graag naar hun werk willen
dat ze in de file terecht zijn gekomenze was blond dus misschien had ik het haar uit moeten leggen.
Nadat iedereen deze eerste agente had genegeerd,
stond er een honderd meter verder een collega van haar eigenlijk hetzelfde te doen. Echter twee autos voor mij werd de zwaaiende
armbeweging veranderd in een beweging waaruit de halve file opmaakte dat er meer afstand tussen de autos aangehouden moest
worden. De reden van deze plotselinge verandering is mij tot op de dag van vandaag niet helemaal duidelijk, de file was nog
steeds dezelfde file, en de autos hadden net zoveel afstand als elke morgen om die tijd.
Een paar honderd meter verder werd het nog mooier,
daar stond een derde collega die de hele file weer sneller wilde doen laten rijden, ook deze domme doos had niet in de gaten
dat ze alleen maar aan de voorste had moeten doorgeven dat hij de rest niet zo moet ophouden omdat iedereen graag weer alle
belevenissen van het weekend, gespendeerd met de vrouw op de bank televisie te kijken, met hun collegas willen gaan delen
onder het genot van een kopje automaten koffie
Waar haalt onze politie macht deze wezens vandaan,
zouden ze deze mensen selecteren van de groep die niet door de sollicitatie procedure van de stadswachten heen zijn gekomen
en toen ook nog zijn afgewezen als treinsurveillant? Is dit wat wordt bedoeld met meer blauw op straat, neem me niet kwalijk
maar ga toch boeven vangen..
Web
promotie
Wil je vorige uitgave van Mooie Woorden nog eens
lezen
Haal ze van het web. Kijk op http//mooiewoorden.tripod.com
Binnenkort zijn er ook verzamelbundels, bureaubladachtergronden
en posters te downloaden.
Wie een verhaal, gedicht, column of ander schrijfsel
kwijt wil kan mailen naar mooie.woorden@12move.nl we zijn geïnteresseerd in jouw schrijfsels
Weblinks
Mooie Woorden 4
http://www.de-anomalie.com/ (verhalen)
http://www.infiction.com (verhalen, gedichten en columns)
Afsluiting.
Al is de leugen nog zo gratis de waarheid achterhaald
hem wel.
We hopen niet dat jij met deze Mooie Woorden 4 de
leugen cadeau hebt gekregen. In de volgende uitgave van Mooie Woorden is het thema lachen is een serieuze zaak, wie durft.
Ondertussen kun je onze website bezoeken waar regelmatig
columns van Deurol en Godfried Keulen verschijnen. Verder houden we je tussentijds op de hoogte doormiddel van onze nieuwsbrief,
als je je als abonnee hebt opgegeven krijg je het ding automatisch in je mail
box.
Zo blijf je op de hoogte als er iets interessants
op de site verschijnt.
Tot de volgende uitgave.
Redactie Mooie Woorden